Paddenhoek

Zoals talrijke straatnamen in de buurt verwijst de Paddenhoek naar het oorspronkelijke moerassige en eerder landelijke karakter van dit stadsgedeelte.
In L-vorm ingeplant straatje als verbinding tussen de Kalandenberg en de Voldersstraat; aanvankelijk vnl. bebouwd met koetshuizen met inrijpoort o.m. van huis van Jacob Van Artevelde op de Kalandenberg.
Heden vnl. gedomineerd door de recente gebouwen van de faculteit van de Rechten en de zijkant van het voormalige klooster van de Jezuïeten in de Voldersstraat.

Eind 13e eeuw staat het beschreven als “in den Paddenhouch”.

In 1342 noemde het “den Paddenhouc”.

Aula van de Rijksuniversiteit, volgens het opschrift in het fries gesticht door Willem I in 1816: "Auspice. Gulielmo. I. Acad. conditore. Posuit. S.P.Q.G. MDCCCXXVI". Neoclassicistisch complex naar ontwerp van stadsarchitect Louis Roelandt (1786-1864). Opgetrokken op de gronden van de kerk van het voormalig Jezuïetencollege (afgebroken in 1798-1801). Het werk begon in 1819 en werd voltooid in 1826. Voor de bouw van dit complex inspireerde Roelandt zich op de klassieke oudheid.

De voorgevel bestaat uit een portiek, op stoep van vijf treden, met een zuilengalerij van acht Korinthische zuilen van arduin afkomstig van de infirmerie van de Sint-Pietersabdij; het geheel is bekroond met een hoofdgestel waarop een driehoekig fronton, voorzien van modillons, rust. Het caissonplafond is verrijkt met rozetten. De eigenlijke voorgevel telt vijf traveeën en twee bouwlagen met rechthoekige deuren en bovenvensters, gevat in geprofileerde omlijstingen en bekroond met een kroonlijst boven een fries versierd met festoenen. Acanthusfries lijnt de pui van natuursteen af. De licht vooruitspringende middentravee vertoont een grote rondboogpoort van twee bouwlagen hoog met een geprofileerde booglijst op imposten.

Ten zuiden van de aula werden lokalen van de universiteit ingericht rondom een rechthoekige beboomde binnenplaats. De westvleugel behoorde eertijds tot het Jezuïetenklooster en dateert uit de 17de eeuw en werd aangepast aan de nieuwe vleugels in neoclassicistische stijl in het eerste kwart van de 19de eeuw. De noord- en zuidvleugels zijn twee bouwlagen hoog en afgedekt met een zadeldak, bepleisterde lijstgevels op arduinen plint met dertien traveeën waarvan een middenrisaliet met bekronend driehoekig fronton en twee hoekrisalieten. Rechthoekige muuropeningen en rondboogvormige benedenvensters in de risalieten. De oostvleugel vertoont dezelfde ordonnantie maar heeft geen hoekrisalieten. De westvleugel is drie bouwlagen hoog en afgedekt met een zadeldak. Oorspronkelijk bak- en zandsteenbouw uit de 17de eeuw, bepleisterd in het eerste kwart van de 19de eeuw. Horizontaal gelede lijstgevel door puilijst en doorgetrokken onderdorpels. Rechthoekige vensters en 19de-eeuwse rondboogdeur in de middentravee. Muurankers tussen de bouwlagen. Restauratie aan de gang.

Het huis naast de aula, vroegere woning van Ch. Van Hulthem en voormalig postgebouw, behoort heden eveneens tot het complex van de Rijksuniversiteit Gent.

 

Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site:

https://beeldbank.stad.gent/

https://www.collectie.gent/

 

Voor de beschrijving van huizen en straten verwijs ik naar
https://beeldbank.onroerenderfgoed.be/images?text=gent