De gevelbeelden

Een apart verhaal in de geschiedenis van het stadhuis is dat van de beelden in de nissen van het gotische gedeelte. Naarmate de restauratie van de gotische gevel zijn voltooiing naderde, begon het probleem van de lege nissen in de gevel zich pregnanter te stellen. Het waren de beeldhouwers van Gent die de kar in die richting hadden geduwd. Reeds in oktober 1866 hadden ze een brief gestuurd naar het stadsbestuur waarin ze schreven dat ze zich in vergelijking met andere steden achtergesteld voelden en dat het stadhuis, welker herstelling nu weldra zal geëindigd zijn, de gedroomde oplossing was om hierin verandering te brengen, daar in de gevel van het gebouw een aantal nissen voorkomen die door den bouwmeester bestemd werden tot het plaatsen van beelden. Ware het niet schoon zijn werk te vervolledigen en alzoo aan de Gentsche beeldhouwers de gelegenheid te verschaffen die zij dringend verlangen?
Het voorstel werd gunstig onthaald en een commissie werd in het leven geroepen. Voor de financiering werd volgend schema uitgedokterd: jaarlijks zouden a rato van 1500 frank drie beelden vervaardigd worden en daar er 54 beelden te plaatsen waren zou men na achttien jaar de klus geklaard hebben. Louis Van Biesbroeck  had in 1889, in opdracht van de commissie, de eerste twee in metaalcement gegoten beelden bij wijze van proef ten toon te stellen. Ze stelden een wapensmid en een edelsmid voor. Daar ze voor iedereen te zien waren mengde de publieke opinie zich in deze aangelegenheid en de kritiek was vernietigend. Ook een derde beeld van Van Biesbroeck, dat nochtans tegemoet wou komen aan de kritiek, werd gekelderd. Enige andere Gentse beeldhouwers -waaronder de gebroeders Aloïs en Emile De Beule- sprongen dan op de kar en plaatsen in de nissen op eigen kosten en verantwoordelijkheid enige proefbeelden. Niettegenstaande de publieke opinie nu gunstig reageerde, vond de commissie er maar niets aan.
Op aanraden van de krant Journal de Gand ging men dan maar in 1892 ten rade bij de Brusselse beeldhouwer Julien Dillens. Deze schetste twee modellen en vervaardigde op basis hiervan twee proefexemplaren. De Koninklijke Commissie voor Monumenten vond de beelden echter qua stijl niet overeenkomend met het gebouw. Daar hun eerste visie enkel op basis van de schetsen gevormd was, besloten ze naar Dillens' atelier te gaan om de proefexemplaren te bekijken en niettegenstaande hun beoordeling aldaar positiever uitviel, vonden ze nog steeds dat de voorgestelde beelden niet het gepaste karakter hadden. Het Volksbelang (14.08.1897) was duidelijker, deze krant schreef dat de beelden als versiering van ons schepenhuis een volkomen mislukt gewrocht waren. Tevens wees de krant erop dat Frans De Potter in 1882 reeds een stadsrekening van 1519-1520 vermeld had die stelde dat het de bedoeling was ooit beelden voorstellende de graven van Vlaanderen in de nissen te plaatsen.
Dit was een pertinente opmerking en Dillens werd gevraagd de graven te sculpteren. In 1902 plaatste men drie stenen beelden van zijn hand in de nissen. Ze staan er nog steeds en stellen keizer Karel, Isabella van Portugal en Margaretha van Oostenrijk voor (de beelden voorstellende keizer Karel en Margaretha van Oostenrijk zijn echter recente (2000 - keizer Kareljaar) replica's in polyester). Later volgden er nog vier beelden. Wanneer Dillens in 1905 overlijdt zullen naar zijn plannen nog enige beelden gekapt worden en ook enige andere beeldhouwers mochten werk leveren. Uiteindelijk zullen van de 54 geplande beelden er 19 tot stand komen. Naast enkele graven van Vlaanderen geeft het geheel een caleidoscopisch overzicht van personages uit de verschillende geledingen van de 'middeleeuwse' maatschappij. Ze zijn te identificeren aan de hand van de gebeeldhouwde 'naamkaartjes' op het voetstuk van de beelden. We onderscheiden:

Gevel Botermarkt (van links naar rechts):
1. Liederick de Buck - eerste forestier en stamvader van de graven van Vlaanderen.
2. Boudewijn I - eerste graaf van Vlaanderen.
3. Boudewijn VI - achtste graaf van Vlaanderen.
4. Robrecht de Vries - tiende graaf van Vlaanderen.
5. Boudewijn Hapkin - twaalfde graaf van Vlaanderen.
6. Karel de Goede - dertiende graaf van Vlaanderen.
7. Filips van de Elzas - zestiende graaf van Vlaanderen.
8. Krijger.
9. Knaap van de goudsmeden - "gavt smet".
10. Rombout Keldermans - bouwmeester van het gotische schepenhuis.

Hoek Botermarkt/Hoogpoort (van links naar rechts):
11. Isabella van Portugal - Echtgenote van keizer Karel.
12. Keizer Karel V.
13. Margaretha van Oostenrijk - Tante van keizer Karel en landvoogdes der Nederlanden.

Gevel Hoogpoort (van links naar rechts):
14. Dominicus de Waghemaekere - bouwmeester van het gotische schepenhuis.
15. Wapenmaker - "wape makere".
16. Schepen van de Keure.
17. Stafdrager.
18.Wapenheraut.
19. Schepen van de Ghedeele.