Tondelier
De Stad Gent en Tondelier Development nv ontwikkelen samen dit gloednieuwe stadsdeel. Geen groene praatjes, dit is een écht duurzaam nieuwbouwproject in Gent met hedendaagse appartementen, lofts en stadswoningen met tuin. Dit project is enig in zijn soort in Europa en combineert slimmer wonen met meer genieten. De eerste bewoners zetten reeds voet aan wal in 2018.
"Tondelomme!" Jazeker. Tondelier is een compleet nieuw en zéér groen stadsdeel op een oude industriële site met veel open ruimte, licht en groen. Stel je voor... wonen in het Tondelier-park, met appartementen, lofts, stadswoningen met tuin en ruime townhouses (moderne herenhuizen) in Gent, voor jong en oud, voor verschillende budgetten. Laat het niet aan je neus voorbijgaan! Leef slimmer en geniet meer met cultuur in je achtertuin.
Het Tondelier-stadsdeel wordt ontwikkeld in 5 fasen. Het is dé uitvalsbasis voor wie kiest voor én-én-én, stadsvibes, groen en rust. Geen verre toekomstmuziek! Tondelier verwacht haar eerste bewoners in 2018. Appartementen, lofts én woningen in een park in Gent?! Ja, enkel hier kan het. Kies je stek in één van de eerste 2 gebouwen die momenteel gefinaliseerd worden KRONO en NIEUWE MOLENS.
Ik verwijs hier graag naar de website van Tondelier
https://www.tondelier.be/nl/
Gashouders
De naam Tondelier geeft een stukje prijs van de boeiende geschiedenis van het terrein.
Op de Tondelier-site in Gent vond je in de 19de en 20ste eeuw een verlichtingsgasfabriek, de meelmaalderij ‘Nieuwe Molens’ en Alcatel. Het gas van de gasfabriek was lange tijd de energiebron voor de stadsverlichting van Gent. De gaslantaarns van de stad werden toen nog dagelijks manueel ontstoken door een lantaarnaansteker, in de 'Gentsche' volksmond ‘tondelier’ genoemd.
In het hart van het park wordt een groene ontmoetingsplaats gecreëerd rond de laatste 2 historische gashouders in Vlaanderen.
Ontdek snel de geschiedenis van de Tondelier-site en het beste bewaarde verhaal vanuit de buik van de oude gashouders.
De 2 historische gashouders of gasklokken op het Tondelier-domein zijn de stille doch opvallende getuigen van dat verleden, ze dienden als opslagplaats voor het geproduceerde ‘kolengas’, dat uit kolen gedestilleerd werd voor de straatlantaarns, enkele belangrijke gebouwen van Stad Gent en de fabrieken. Ook hun restauratie mag je absoluut opmerkelijk noemen.
Elke avond verlichtten de tondeliers, de lantaarnaanstekers, de stad door de gaslantaarns manueel aan te steken in de straten van Gent.
‘Tot midden 20ste eeuw waren gashouders alom vertegenwoordigd in ons land. Daar kwam verandering in met de komst van aardgas. De Tondelier-klokken zijn de enige twee bewaarde historische natte gashouders in België. Ze zijn erkend als monument.’
We gingen op bezoek bij Stad Gent en deze keer gaven we het woord aan Pascal Jacobs, projectleider bij Stad Gent. Pascal volgt de restauratie van de gashouders op de voet.
‘De Tondelier-gashouders dateren uit 1881. Gent was de eerste stad waar op grote schaal gas werd geproduceerd. In 1900 kocht het stadsbestuur de fabriek en breidde ze verder uit.
Een gashouder of gasklok dankt zijn naam eigenlijk aan het principe van een duikklok, zoals wanneer je in bad een beker recht naar beneden duwt, de beker met lucht gevuld blijft. Zo werkten ook de Tondelier-gashouders.
De gashouders zijn sinds 1995 beschermd als ZEN-monument (ZEN staat voor Zonder Economisch Nut. ZEN-monumenten zijn met andere woorden monumenten met een maatschappelijke waarde waarvan de eigenaar of de beheerder geen opbrengst of nut heeft bij het beheren ervan). Het zijn de enige twee bewaarde historische gashouders in België. Ook het feit dat het natte gashouders zijn, maakt hen uniek.
Ze staan in een kuip vol water. Ook het systeem voor de geleiding naar boven stond continue onder water. Bovendien stonden deze gashouders steeds buiten, onderhevig aan alle elementen. Dat terwijl de gashouders in het buitenland meestal in een bedrijfshal werden ondergebracht.
Deze gasklokken vormden een vertrouwde aanblik in de buurt. Er doen verhalen de ronde van oudere buurtbewoners: aan de hoogte van de telescopische gashouders lazen de bewoners het uur af. Overdag werd er veel gas geproduceerd, naarmate het verbruik in de stad zakten de gashouders weer.
‘Het gas werd gemaakt met cokes, aangevoerd via het kanaal. Het gas werd gezuiverd van gevaarlijke stoffen en dan gestockeerd in de gashouders. Wanneer de tondeliers ’s avonds de lantaarns aanstaken en de fabrieken het gas verbruikten, zakte het gasniveau heel langzaam. Het was een mechanisme dat voortdurend in beweging was. Het ging om gigantische volumes gas.’
Met de komst van aardgas werd het kolengas overbodig. In mei 1940 werd voor het laatst gas geproduceerd op Tondelier. Vijf jaar later werd de fabriek grotendeels afgebroken. Wat overbleef, waren de vijf gashouders. Een voor een verdwenen ze, maar twee gashouders hielden dapper stand.
‘In sommige oude herenhuizen en in de opera van Gent kan je nog zien hoe het gas werd aangevoerd via een buisje dat verwerkt was in de rozetten aan het plafond. Er lagen gasleidingen doorheen de hele stad, vrij gevaarlijk eigenlijk ...’
De aanwezigheid van dit prachtige industriële erfgoed draagt bij aan de unieke charme van dit groene bouwproject in Gent. Maar wat blijft er precies bewaard en hoe verloopt de restauratie? Daar ging heel wat aan vooraf, zo blijkt. Pascal vertelt.
‘Het voortraject loopt al vele jaren, ik erfde het dossier van een collega die met pensioen ging. Naast de dienst themagebouwen van Stad Gent, zijn Tondelier, Agentschap onroerend erfgoed, de dienst monumentenzorg en de aangestelde ontwerper betrokken. Voor we van start konden, brachten we eerst de staat, waarin de gashouders verkeerden, in kaart.
De gashouders bestaan uit verschillende onderdelen, waaronder een grote bakstenen kuip met een metersdikke wand die zeven meter diep in de grond zit. In die baksteen zitten nu boomwortels en er is heel wat vorstschade vastgesteld.
Het dak van de kuip wordt onderstut met een prachtige houten balkenstructuur, die doet denken aan een kathedraal. Het hout dat voortdurend onder water stond bleef mooi geconserveerd, maar op de overgang van nat naar droog is het hout ernstig aangetast. De metalen onderdelen zijn volledig verroest, net zoals de bevestiging met klinknagels waarmee alles is vastgemaakt.’