Karmelietenklooster

Kerk en klooster van de ongeschoeide karmelieten of discalsen. Sinds 1272 orde der geschoeide karmelieten gevestigd in de Lange Steenstraat waar een bloeiende gemeenschap ontstond. Begin 17de eeuw pas, pogingen van de hervormde of ongeschoeide karmelieten om zich in de stad te vestigen wegens een gebrek aan strengheid en tucht bij de overige karmelieten. Eerst in 1640 toestemming van de Sint-Pietersabdij te verblijven in de kapel en kluis van Sint-Quinten, grenzend aan de abdij. In 1648, bevestiging van bisschop A. Triest en het Hof van Brussel zich binnen de stad te vestigen, ondanks groot verzet van de bestaande bedelorden.
Na een kort verblijf in de Oude Houtlei, intrek in het voormalige Weeshuis op de hoek van de Burgstraat met de Ramen (zie nummer 105) in 1650. Kort nadien, in 1651 aankoop van een deel van het voormalige Prinsenhof, het zogenaamde "leeuwenhof".
Eerste kapel vermoedelijk in een magazijn van het leeuwenhof ondergebracht, ingewijd in 1653. Eerstesteenlegging van de voorlopige kerk in 1664, ingewijd in 1668 (volgens recente onderzoekingen gelocaliseerd in de zuidvleugel). Volledig nieuwe kerk begonnen in 1703 naar ontwerp van broeder Leonardus van Langenhove. Inwijding in 1714. Eerste kloostergebouwen, namelijk de west- en zuidvleugel eveneens van 1668, vanaf 1687 uitgebreid met de noordvleugel (door muurankers gedateerd).
In 1657, schenking van een stuk grond ten noordwesten van de tuin door aartshertog Leopold van Oostenrijk voor het bouwen van een kluis met kapel, gewijd aan de Heilige Leopoldus.
Bezetting door de Fransen in 1796 doch vanaf 1801 kerk voor dienst heropend; kloostergebouwen grotendeels verhuurd. Sinds 1845-48 als klooster heringericht.
Het geheel doet zich voor als een complex omvattende aan de Burgstraat een vrij smalle poort met voorplein (parking) uitziend op de achterin gelegen kerk en links aanleunende kloostergebouwen gegroepeerd rondom een vierkante kloostergang en toegankelijk via een barok poortje.
Erachter, grote mooi aangelegde tuin (vroegere meersen) met vijver, in het westen begrensd door een hoge bakstenen muur met steunberen, mogelijk de oude begrenzingsmuur van het Prinsenhof, heden scheiding met het klooster van de arme klaren (Sint-Elisabethplein). In de noordwesthoek, poortje en toegang tot het kluishofje en barokke kluis. Resterende gebouwen van het zogenaamde "Leeuwenhof" in noordoosthoek. achter de huizenrij van het Prinsenhof.

Kerk

Zoals vermeld, bouw van huidige barokke kerk slechts aangevat in 1703 naar ontwerp van broeder Leonardus van Langenhove. In 1712 (jaartal op voorgevel) uitwendig voltooid. Inwijding in 1714 onder patroonschap van de Heilige Jozef.
De plattegrond ontvouwt een basilicale kerk met driebeukig schip van zes traveeën en een middenbeuk uitlopend op vlak afgesloten koor van één travee. Voorgevel in strenge barokstijl, door materiaalgebruik (witte zandsteen en grijze hardsteen) en beperkte versiering zeer koel overkomend. Drieledige zuidgevel, horizontaal geaccentueerd door brede hoofdgestellen en bekroond met een driehoekig fronton. Onderbouw met centraal portaal van Ledesteen: brede rondboogdeur ingeschreven in geblokte omlijsting en geflankeerd door composiete halfzuilen die een hoofdgestel en gebogen fronton met siervazen ondersteunen. Blinde zijtravee afgezet met gekoppelde vlakke hardstenen pilasters op een hoge plint.
Tweede, smallere geleding afgelijnd door gekoppelde composiete pilasters, gecantonneerd door voluutvormige vleugelstukken en obeliskvormige sierornamenten op de hoekpostamenten. Centraal rondboogvenster in arduinen omlijsting onder driehoekig fronton. Onder onderdorpel paneel met verguld jaartal "MDCCXII". Bovenste klokvormige geleding met wapenschild van de hervormde karmelieten; bolornamenten op de hoeken en bekronend driehoekig fronton.
Fraai kerkinterieur met tweeledige opstand met gedrukte rondboogvormige scheibogen gedragen door tien Toscaanse zuilen en vier muurzuilen van zandsteen. Een zwaar geprofileerd, gekornist hoofdgestel lijnt de geleding af. Zeven steekboogvormige bovenlichten verlichten het schip. Overkluizing met kruisribgewelven gescheiden door brede gordelbogen versierd met casementen, op pilasters verbonden door een hoofdgestel. Vlak afgesloten koor van één travee, ingenomen door het monumentaal hoogaltaar gewijd aan de Heilige Jozef. Onder het koor, gewelfde crypte met grafnissen van de broeders, toegankelijk langs de tuin.

Leeuwenhof

Het bakstenen gebouw in de noordoosthoek van de huidige tuin van het klooster is een resterend gedeelte van het zogenaamde Leeuwenhof, circa 1440 gebouwd in de tuin van het Prinsenhof. Voornamelijk ten tijde van Keizer Karel werden er verschillende leeuwen, meegebracht uit Tunesië, in ondergebracht. Aangekocht door de paters in 1651 werden de gebouwen omgevormd tot kapel en klooster. In een van de vleugels werd een brouwerij ondergebracht. Dit is mogelijk het nog bestaande gebouwtje. Bij het betrekken van de nieuwe kloostergebouwen in 1668 werd het leeuwenhof verhuurd. Een brand verwoestte het grootste gedeelte in 1688.

Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site:

https://beeldbank.stad.gent/

Voor de beschrijving van huizen en straten verwijs ik naar

https://beeldbank.onroerenderfgoed.be/images?text=gent