De Kiosk
In de 1870´s werden de meeste restanten van de militaire aanwezigheid op de site dus afgebroken. In 1885 moeten de aangeplante bomen en struiken in het park al behoorlijk opgeschoten zijn geweest. Het was in dat jaar dat de Stad Gent de bouw van de muziekkiosk in het noordelijk deel van het Citadelpark liet aanvangen. Deze werd opgetrokken tussen de Jozef Mengaldreef en de Louis Hanssensdreef.
De ontwerper van deze fraaie muziektempel was de toen 35-jarige stadsarchitect Charles (Karel) Van Rysselberghe.
ijn ontwerp rust net als de kiosk in het Antwerpse Albertpark op een achthoekige sokkel in natuursteen. Hierop werden 16 “Griekse” zuilen, straalsgewijs per twee gegroepeerd opgesteld. Deze zuilenparen werden met elkaar verbonden door hoge rondbogen, die zelf het koepeldak dragen. Oude postkaarten tonen dat de binnenzijde van deze rondbogen indertijd tweekleurig geschilderd waren. In zekere zin heeft de kiosk dus iets van een rondtempel.
Wat vooral meteen opvalt zijn de talrijke frivole ornamenten die Van Rysselberghe in zijn trotse ontwerp verwerkte. De gietijzeren omheiningen bijvoorbeeld zijn zeer decoratief uitgewerkt met palmbladmotieven, zogenaamde palmetten. Bij het ingangshek dat toegang verschaft tot de trapjes naar het podium stonden liet hij twee griffioenen de wacht optrekken. Het wordt allemaal nog fantasierijker, wanneer men de blik richt op de rondbogen en het koepeldak.
Daar waar de rondbogen op de zuilenparen rusten, pronken engelachtige vrouwenbeelden. De gevleugelde dames op deze zwikken poseren met een krans in hun omhooggestoken armen. Ze lijken de overwinnaar van één of andere wedstrijd te begroeten. Daarom worden ze wel eens aangeduid met de term “Nike figuren”. De Griekse mythologie speelde dus duidelijk een belangrijke rol als inspiratiebron.
Er werd ook een zeer decoratief attiek aangebracht. Hieronder verstaat men de versierende verhoging boven de kroonlijst, die een deel van het (koepel)dak aan het zicht onttrekt. Van Rysselberghe versierde zijn attiek met griffioenen (opgesteld net boven de Nike figuren) en ook hier weer gestileerde palmbladeren. Ook de rondbogen zijn trouwens omzoomd met zulke palmmotieven. Het geheel lijkt zo wat op een kwistig versierde slagroomtaart. Op het hoogste punt van het koepeldak verrees ooit een standbeeld van een vrouw. Oude postkaarten laten niet toe deze allegorie of mythische figuur te identificeren. Het meest voor de hand liggend is een band met muziekkunst.
De kiosk was indertijd ook uitgerust met rood-wit gestreepte zonnekappen. Behendig opgesteld in de rondbogen, kon het deel tussen de zuilen bij zonnig weer in de gewenste hoek naar buiten uitgeklapt worden. Een eerder zeldzame attribuut in die tijd.
De ondernemer die het ontwerp van Van Rysselberghe gestalte gaf, was “Beert-Campens fils”. De kiosk werd omgeven door bloemperken en struikjes in grote bloempotten. Zoals oude postkaarten het tonen werd op zeker moment ook overgegaan tot het aanplanten van een kring van leilinden rondom de kiosk. De nog buigzame takken van de jonge aanplantingen werden via leidraden of –stokken tot een horizontale groei gedwongen. Vanuit de lucht gezien, ontstond op die manier een welriekende krans rond de ongewone kiosk.
Het leidt geen twijfel dat de kiosk decennia lang een cruciale rol heeft gespeeld in het sociale leven van heel wat Gentenaars. Dit ondanks geduchte concurrentie van de kiosk op de Korenmarkt. Heel wat stadsburgers uit de omringende herenhuizen zakten tijdens het weekend immers af naar het gezellige park om een zondagsconcertje mee te pikken. Een aantal kleine horecazaken zoals een “laiterie”, een “Chalet Matadi” en een “Chalet Suisse” werkten daarbij als publiekstrekkers. Ook heel wat mensen van buiten Gent deden de omgeving aan. Zo trok het Museum voor Schone Kunsten bijvoorbeeld heel wat mensen aan. Zo nu en dan vonden ook tentoonstellingen in het Citadelpark zelf plaats.
Zoals eerder aangehaald maakte de kiosk de Wereldtentoonstelling van 1913 niet mee. Het muziektempeltje maakte tijdelijk plaats voor het paviljoen van de Franse kolonies in de Magreb. Toen hij in 1914 zijn vertrouwde plaats weer innam, werd om onduidelijke reden besloten om het vrouwenbeeld niet meer op de koepel te plaatsen. Het lijkt zowaar onduidelijk te zijn waar dat beeld gebleven is. Ligt het nog ergens in een stedelijk depot ? Werd het ontvreemd, door de Duitse troepen in beslag genomen, onder tafel verkocht ? Mystère et boule de gomme...
In 1921 werd nog een stenen bank toegevoegd. Deze werd geschonken door het tijdschrift “l´Avenir Horticole”.