Pensmarkt
De Pensmarkt is de doorgang van de Graslei naar de Groentenmarkt, genoemd naar de penshuisjes die in de 16de eeuw tegen het "Groot Vleeshuis" aangebouwd zijn.
De vroegste vermelding van de Hooiaard gaat terug tot 1297-1300, al zal deze locatie reeds eerder bestaan hebben. In het toponiem Hooiaard duidt ‘-aard' op aanlegplaats. De plaats kan dus letterlijk geïnterpreteerd worden als een aanlegplaats voor schepen op de Leie, waar het hooi werd gelost dat daar op de markt werd gebracht. Rond het midden van de negentiende eeuw vond het toponiem 'Pensmarkt' ingang, waarmee de verbindingsstraat tussen de Hooiaard en de Groentenmarkt en de verbindingsas tussen de Graslei en de Groentenmarkt thans wordt benoemd. De straatnaam verwijst naar de eertijds bloeiende handel in 'pens'. De beenhouwers gebruikten daartoe slachtafval als koemaag en koelongen die werden gekapt, gekookt en nadien in schoteltjes gegoten om te stollen. Pens was, gezien de dure vleesprijzen, typische arme mensen kost. Na de Tweede Wereldoorlog, ten gevolge van de opkomst van de bereide vleeswaren en de verhoging van de welstand, verdween de pens uit vele slagerijen.
74 foto’s
Dit huis, Pensmarkt 1, werd in de loop van de 19de eeuw aangepast en met één verdieping verhoogd, doch samen met de huizen op de Gras- en Korenlei, de "Spijker" en het "Vleeshuis" gerestaureerd in het kader van de wereldtentoonstelling van 1913.
Kleine Spijker aan de Pensmarkt.
De kleine Spijker werd tussen 1904 en 1911 door Ernest Van Hamme ontpleisterd en gerestaureerd. De benaming ‘spijker’ is afgeleid van het Latijnse spicarium wat zoveel betekent als een plaats waar spicae (aren) worden opgeborgen.
Deze Spijker is het oudste burgerlijk gebouw van Gent “alwaer het graen der stad in bewaernis werd geleyd”. Het privilege van het stapelrecht hield in dat alle schepen, beladen met graan, die Gent doorkruisten op weg naar hun bestemming of Gent zelf als eindpunt hadden, verplicht werden een kwart van hun vracht af te staan en te laten stapelen.
Eenmaal een vierde van de scheepslading was afgemeten (door de korenmeters) en gelost (door de pijnders) mocht de schipper doorvaren of zijn resterende vracht in de stad verkopen. Dit alles werd gecontroleerd door de Stapelheren. Het “onvrij” koren bleef 8 tot 14 dagen op één van de talrijke zolders liggen. Nadien werd het gedurende 8 dagen te koop aangeboden aan de handelaars van de stad. Nadien kregen de andere inwoners de kans om het vrijgegeven graan op de Korenmarkt aan te kopen.
Door dit systeem kon de lokale graanprijs laag gehouden worden. De lokale bevolking kon beroep doen op de graanreserves in tijden van misoogsten, oorlogen en sociale troebelen. Tevens lokte het stapelrecht heel wat handelaars naar de stad zodat ook de lokale handel er wel bij voer.
De oudste vermelding van deze Graanspijker werd teruggevonden in een oorkonde van het godshuis Sint-Jan en Sint-Paulus uit 1396. Dit Gasthuis ter Lazarije was gesticht omstreeks 1146 en bezat het lepelrecht. Hierdoor kreeg de daar gevestigde congregatie van iedere zak graan die er gestapeld werd 3 koperen lepels per mud (1 mud= 633 à 643 liter) toegewezen. Daarnaast bezat de leprozerie ook het strekelrecht: al wat van de gevulde maat bij het effenstrijken met de strekel of strijkstok afviel, kwam ten goede aan het Gasthuis. Deze congregatie zette zich in voor het verzorgen van de zieken en het begraven van de doden.
Vanaf de 18de eeuw waren er vier estaminets broederlijk naast mekaar gevestigd in de oude Spijker. In 1904 waren dat: In de stad Leuven, In het Engelsch Paard, In de Pensenmarkt en ’t Gouden Mandeke. Voordien was er een dakkapel boven het derde raam links. Zoals talrijke straten in Gent ontleent de Hooiaard haar naam aan de vroegere functie: aanlegplaats of aard op de Leie, waar het hooi werd aangebracht en verkocht.
Het toponiem Pensmarkt vond rond het midden van de 19de eeuw ingang en verwijst naar de eertijds bloeiende handel in “pens” .Op de pensmarkt vond men het “gherief van alle vriendeicke peynsen van curiese calvers, van hamels, van lammers, van ossen, ende van runders elk tot sijnder keure ende apetijt”. Men verkocht er ook kalkoenen, poeljen, ganzen enz. (1664).
De Kleine Spijker (Pensmarkt 3,5,7 en 9) is sedert 1 april 1925 een beschermd monument.
De drie huizen links tussen Hooiaard en Grasbrug werden in het kader van de wereldtentoonstelling van 1913 gerestaureerd als conventiegevel.
De begane grond van de oude Spijker, waarin momenteel twee horecazaken zijn ondergebracht (Het Spijker en In ’t Gouden Mandeke), ligt vandaag gedeeltelijk onder het straatniveau.
‘t Gouden Mandeken
't Gouden Mandeken is een bruine kroeg met een rijke geschiedenis. Ooit maakte het gebouw deel uit van het Groot Vleeshuis. In een ander leven werd er Noord-Afrikaanse keuken geserveerd. Maar de laatste dertig jaar wordt er naast een blokske kaas, een chipke en een koffietje vooral bier geserveerd. 't Mandeken wordt sinds kort uitgebaat door Yo en hij wordt hierin bijgestaan door een team van deskundigen met jarenlange café-ervaring, zowel voor als achter de bar.
Het café kent een divers publiek, gaande van Spaanse en Duitse toeristen die elk apart wensen te betalen, luidruchtige Nederlanders en decadente Russen tot vaste stamgasten die een eigen rekening hebben. Net zoals het publiek zijn ook de zitgelegenheden zeer divers. Aan de bar kan men snel aan de praat geraken met de vaste gasten of het personeel, in de zaal kan men plaatsnemen aan één van de negen tafels. Wie de trap neemt komt uit op het eerste verdiep waar lange tafels plaats bieden aan grotere groepen. De romantische zielen kunnen plaatsnemen aan de gekleurde ruiten die uitzicht bieden over de Pens- en Groentenmarkt. Wie graag plaatsneemt onder de blote hemel kan zowel voor- als achteraan terecht op één van onze terrassen.
Jack’s House, gelegen in het toeristische hart van Gent, Pensmarkt 1, is de place to be om te genieten van het mooiste zicht op de iconische Graslei en Koornlei.
Vanuit de master bedroom hebt u een fantastisch zicht over de rivier de Leie.
Gebouwd in 1700 is dit één van de oudste authentieke gebouwen in het stadscentrum.
Het interieur werd in 2015 gerenoveerd om te voldoen aan de wensen van elke bezoeker.
Het pand heeft 2 slaapkamers, een woonkamer met een zithoek, een flatscreen-tv met kabelzenders en een eethoek, evenals een uitgeruste kitchenette en een badkamer met een douche, badjassen en gratis toiletartikelen.