Tankkazerne St Denijs
De Duitse bezetters besloten begin 1915 langs de steenweg op Kortrijk een kazerne te bouwen. De "Flieger-Truppe" die zijn "Horst" had op het oefen-vlieg-paardeplein van de wijk Buchten te St.-Denijs-Westrem zou er een tehuis vinden. Het nieuwe kwartier kon betrokken worden midden 1916. De familie Van der Haeghen had, daarvoor, tegen wil en dank, een deel van haar gronden moeten afstaan. De kazerne en de villa's in de omgeving, die de Duitsers ook hadden bezet, werden tijdens de laatste dagen van de oorlog door de omwonende bevolking leeggehaald. Het Belgisch leger dat het kwartier vanzelfsprekend overnam moest eerst de ingeslagen ruiten en de uitgebroken keukeninrichting vernieuwen. Veteranen vertelden ons dat, nog jaren na de oorlog, patrouilles de ronde deden om te verhinderen dat men de voor iedereen openstaande villa's verder afbrak. In 1920 kwam een regiment aanvalswagens de gebouwen bewonen. De tankisten wensten natuurlijk te oefenen met hun "chars d'assaut" van Franse makelij. Ze kregen de beschikking over een strook terrein langs de baan Afsnee-Zwijnaarde, behorende aan het infanterie-maneuverveld. In de kazerne zelf was er geen plaats om de 47 tanks onder te brengen. De legerleiding besloot daarom twee loodsen en een werkplaats te laten bouwen langs de Kapellenstraat (nu Putkapelstraat) juist naast de oude kapel "t'Putje". Bij Ministerieel Besluit van 20 november 1920 kocht de gouverneur van Oost-Vlaanderen, in naam van de Staat, 1 Ha 62 a 60 ca grond van de ingenieur Bovy Ferdinand uit Brussel. Op het perceel dat 45.000 frank kostte stonden de puien van de hoeve-herberg-afspanning "het Peerdeken". Bij de afpaling van het terrein vroeg graaf de Hemptinne, eigenaar van een belendend perceel, de scheiding in rechte lijn te laten verlopen. Na omwisseling van gronden kon aan zijn wens worden voldaan. Volgende constructies werden langs de Kapellenstraat gebouwd
- 1925: een hangar en een werkhuis.
- 1927: een watertoren.
- 1928 : een magazijn-hangar en een latrinepaviljoen.
- 1929: een navigatietoren voor vliegtuigen.
Samen met de hangar trok men ook nog een open loods op om er de tractoren Minervaende platte wagens in onder te brengen. Zoals te verwachten moest de familie Van der Haeghen de in 1915 door de Duitsers aangeslagen gronden langs de Pleinstraat (nu Derbystraat), waarop de kazerne stond, aan de Belgische Staat verkopen. De akte van afstand over 1Ha 88a 77ca werd getekend op 15 april1924. Er was feest in het kwartier toen koning Albert op 3 april1928 het regiment gevechtswagens bezocht. Hij had eraan gehouden persoonlijk een vlag te overhandigen aan de kommandant van de eenheid, kolonel SBH Deprez. Om de tankisten te beletten tijdens de nacht het kwartier te verlaten om de "cabardoeskens" in de omgeving te bezoeken trok de Genie in 1929 rond de kazerne een omheining uit cementplaten op. Om volledig zeker te zijn dat sportieve piotten toch niet zouden proberen de muur over te klauteren bekroonde men deze met glassplinters. Oudgedienden vertelden dat deze hindernis toch makkelijk te nemen was door enkele dubbelgevouwen dekens over de scherven te gooien. Na de afschaffing van het tankregiment in 1934 kwamen de mannen van de 14e kompagnie van het 2e Linie uit de St.-Pieterskazerne het complex bewonen. Op haar beurt werd de 14e in 1937 vervangen door een escadron Belgische Tl3 gevechtswagens uitgerust met kanon 47 mm. Die bleven er tot bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Na de kapitulatie in mei 1940 had de "Luftwaffe" weinig interesse voor het vliegveld en liet daarom de kazerne, door haar voorgangers in 1915 gebouwd, over aan de "Fabriekswacht". (10) De RAF toonde eind 1944 meer belangstelling en logeerde enkele Poolse eskadrilles gevechtsvliegtuigen op het plein en in de kazerne. Wie onder de oudere herinnert zich niet de luchtgevechten en beschietingen op 1 januari 1945? Vanaf 1946 nam de School voor Kandidaat Gegradueerden van de Brigade Piron (1e Brigade) er haar intrek. In 1948 stichtte men er een kweekschool voor kandidaat-officieren die zich voorbereidden op het ingangsexamen voor de Militaire School. Het is tijdens die periode dat men in het kwartier een nieuwe keuken met eetzaal, een tumzaal, een cinemazaal en verschillende magazijnen bouwde. Bij Koninklijk Besluit van 13 juli 1955 kreeg de kazerne de naam "Luitenant Jacquernin" naar een jong officier gesneuveld te Harelbeke op 24 mei 1940. Toen alle scholen voor officieren en onder-officieren samengebracht werden te Brussel, Dinanten Zedelgern kwam in 1962 de "Jacquernin" leeg te staan. Het Ministerie van Landsverdediging (MvL) besloot er de mobilisatiekern van een veldhospitaal in onder te brengen. Een onderofficier en enkele korporaals hielden er van toen af de wacht. Na de tweede wereldoorlog en vanzohaast de RAF het plein had vrijgegeven was er sprake het vliegveld van St.-Denijs-Westrem uit te breiden. In 1946 nam de Regie der Luchtwegen de gronden over en richtte er een luchthaven 3e kategorie in. Het Stadsbestuur vond dit niet genoeg voor een stad als Gent. Het Schepencollege wilde het plein nog uitbreiden tot veld van 2e kategorie. Die plannen stootten op erg veel tegenstand. Speciaal de omwoners vonden dat ze reeds genoeg geluidshinder hadden te verduren door de sportvliegtuigen die het plein af- en aanvlogen. Het College hield het been stijf en keek uit naar gronden om het vliegveld te vergroten. Het militair domein naast de kapel 't Putje was het eerste doel. Burgerneester Van Den Daele richtte zich onder volgende bewoording tot het MvL: "Door het aanleggen door de Stad in het jaar 1971 van een start- en landingsbaan op het vliegveld te St.-Denijs-Westrern,_werd een belangrijke promotie voor de regionale luchthaven verwezenlijkt. Het grootste gedeelte van het vliegveldterrein behoort toe aan de Stad. Aansluitend aan deze gronden bevindt zich een militair domein dat een oppervlakte heeft van 1Ha 28a 60ca en waarop twee grote loodsen en twee woningen (11) gebouwd zijn. Bovendien paalt dit domein over een lengte van 47 meter aan de Kapellestraat van de gemeente St.-Denijs-Westrem. De hogergenoemde loodsen zullen dienstig zijn voor activiteiten die rechtstreeks in verband staan met de luchtvaart, namelijk herstelling en onderhoud van vliegtuigen en parking voor toestellen.Privé-firma's interesseren zich reeds voor deze localisatie. We zijn van oordeel dat de aankoop bevorderlijk zal zijn voor de verdere ontwikkeling van het Gentse luchtvaartverkeer en de tewerkstelling van gespecialiseerd personeel. De valorisatie van de aanpalende stadsgronden zal er eveneens door in de hand gewerkt worden, enz ... ". Tot zover de burgervader. Het MvL ging akkoord met de verkoop. Het Staatsblad maakte de transaktie bekend op 11 november 1972. De gronden en gebouwen kostten de stad 10.500.000 frank. Aan de Groendreef had de 1ste Mobiele Groep van de Rijkswacht plaatsgebrek. Toen ze in 1974 ook nog de opleiding van de Vlaamstalige rekruten te verwerken kregen zochten de "gendarmen" naar een bijkomend onderkomen. De oude tankkazerne bood de gedroomde oplossing. Men zag terug geuniformeerden, nu in blauwe tenue, de kazernepoort in en uit marcheren. In het teken van de besparing en ook omdat er enkele nieuwe gebouwen waren afgewerkt in de Groendreef, verhuisde het onderrichtescadron in 1980 terug naar de Brugsepoort. De "J acquemin" staat nu leeg en is te koop voor ieder die er de interesse en het geld voor heeft.