Lieven Bauwensplein
Het plein is genoemd naar Lieven Bauwens, een ondernemer en politicus wiens standbeeld op het plein staat.
Het plein werd samen met het François Laurentplein in 1884 aangelegd. De pleinen overwelven de Nederschelde vanaf de Brabantdam tot aan het Geraard de Duivelsteen. Verderop werd de waterloop - waar de Schelde de Reep wordt genoemd - in september 2018 na demping in de jaren 1960 opnieuw opengelegd om de historische samenvloeiing van de Leie en de Schelde te herstellen.
Het Lieven Bauwensplein met het standbeeld van Lieven Bauwens in het in april 1902 aangelegd tuintje met daar achter de winkel van Nagels en Esders, toen een van de grootste en vermaardste winkels van kledij op maat. Het werd rond 1965 afgebroken en vervangen door een appartementsblok met gelijkvloers een benzinestation.
Na het overlijden van Lieven Bauwens, nog in 1822, bracht de stad hem een eerste hulde door aan het huidige Frankrijkplein de naam Lieven-Bauwensplein te geven. Vrij vlug opperde men de gedachte op deze plaats een standbeeld te zijner eer op te richten. Reeds in 1837 liet men lijsten rondgaan voor de oprichting van dat monument dat zou komen aan het pas ingehuldigde Zuidstation te Gent.
Toen men echter vaststelde in welke zware financiële moeilijkheden de weduwe van Bauwens (Mary Kenyon) verkeerde, besliste men haar die som te schenken en voorlopig af te zien van een standbeeld. In 1849 maakte Parmentier toch een ontwerp dat werd tentoongesteld in de Gentsche Nijverheidstentoonstelling van dat jaar. Op verzoek van de stad vervaardigde Pierre de Vigne-Quyo (1812-1877) in 1865 een gipsen beeld dat nu nog in het museum Meerhem staat.
De Vigne was ook de ontwerper van het standbeeld van Jacob van Artevelde op de Vrijdagsmarkt. Daar er geen portret van Lieven Bauwens voorhanden was, nam de Vigne een familielid van Bauwens als model. Het beeld werd bij wijze van proef op de Lieven-Bauwensplaats opgericht, juist tegenover de ingang van het Zuidstation. Na een tweede inschrijving werd het gipsmodel per trein overgebracht naar Brussel om het daar door de “Compagnie des Bronzes” in brons te laten gieten.
Omdat het stadsbestuur vreesde dat de Engelse toeristen die uit het zuidstation kwamen zouden ontstemd zijn bij het zien hoe de aartsvijand van Engeland werd vereerd, werd het door de stad Gent in “de schoonste straat van Gent” nl. de Vlaanderenstraat geplaatst, tussen het Gerard Duivelsteen en het Laurentplein. Uiteindelijk werd op 13 juli 1885 het bronzen standbeeld op de overwelfde Laurentplaats geplaatst en met een grote plechtigheid onthuld.
In zijn toespraak schetste burgemeester Hyppolite Lippens de betekenis van Lieven Bauwens voor de industriële ontplooiing van Gent en meer speciaal voor de katoennijverheid. Daarnaast sprak ook een woordvoerder van de “Gedecoreerde Werklieden Bond” de talrijk opgekomen arbeiders toe. De plechtigheid zelf verliep in moeilijke omstandigheden daar de buurt in een echte bouwwerf herschapen was door de voornoemde urbanisatieplannen. ‘s Avonds voerde het Van Crombrugghe’s Genootschap het toneelstuk “Lieven Bauwens” op. De auteur was Karel Ondereet (1804-1868), oprichter van de toneelkring “Broedermin en Taelyver”.
Er stond ook een typische krantenkiosk. Deze werd er opgericht in 1894 door Mathilde Vincent. Het was een octogonaal bouwwerkje. “Un pavillon en pichpin, de forme octogene, ornemanté et tres coquet, devant servir à faire du commerce”. Dergelijke “Belle Epoque”-kiosken trof men toen ook aan Bij Sint-Jacobs, op het Emilius Seghersplein, aan de Keizerpoort, in de Kunstlaan, in de Franklin Rooseveltlaan, de Heirnislaan, enz.
De huurprijs vóór de Eerste Wereldoorlog lag tussen 50 en 100 frank per jaar. In 1938 verleende het stadsbestuur aan Gerard Hubert, directeur van de N.V. Algemene Lectuur, als hoogste bieder bij de aanbesteding, de exploitatievergunning over niet minder dan 18 krantenkiosken. Van 1938 tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de kiosk aan het François Laurentplein beheerd door de N.V. Algemene Lectuur.
Op het einde van de oorlog werden diverse kiosken vernield , o.a. door het springen van bruggen, of geplunderd. Na WO II telde Gent nog 20 kiosken, waar onder deze van het François Laurentplein. De concessieprijs beliep toen driemaal deze van 1939. In 1984 waren enkel de krantenkiosken aan het Koningin Maria Hendrikaplein, de Korenmarkt, de Kouter en het Laurentplein nog in gebruik. In 2001 moesten de uitbaters van deze laatste kiosk , “Die ochtend” genoemd, maandelijks 17.000 frank huur betalen. Om dit te kunnen betalen werd boven de kiosk een lichtkrant geïnstalleerd waarop je voor 1.000 frank je boodschap de hele dag over het plein kon laten rollen.
Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site:
Voor de beschrijving van huizen en straten verwijs ik naar
https://beeldbank.onroerenderfgoed.be/images?text=gent
Voor meer informatie over het standbeeld en het Geraard Duivelssteen klik op
Lieven Bauwens. Pieter de Vigne