Stedelijke electrische centrale
De elektriciteitscentrale werd in de jaren ’20 gebouwd in het centrum van Gent. Onder de Regie van de Stad Gent begon eind jaren ’60 de bouw van de dieselhal. De hoge schouw van dit gebouw is sindsdien een kenmerkend element van de Gentse skyline.
Nadat de centrale Ham geïntegreerd werd in het productiepark van EDF Luminus en aangesloten werd op het nationale net, deden de dieselgeneratoren steeds meer dienst als piekcentrale, als noodeenheid die een beperkt aantal uren in dienst was.
In 1993 werden de kolengestookte eenheden afgebroken en vervangen door een STEG-eenheid.
Dertien jaar later werden twee extra piekeenheden op aardgas in dienst genomen. In 2006 werden twee dieselgeneratoren afgebroken en bleef de derde operationeel als noodcentrale tijdens de verbouwingswerken. Deze werd uit dienst genomen bij de ingebruikname van de nieuwe gasturbines.
In de loop van de jaren werd de centrale aangepast en verbeterd. De bestaande infrastructuur werd hierbij telkens gevrijwaard en op optimale wijze hergebruikt.
De centrale Ham bestaat vandaag uit gasturbines die in staat zijn specifieke behoeften aan elektriciteit op te vangen.
De stoom- en gasturbine-eenheid (STEG) die sinds 1993 de oude koleninfrastructuur verving, produceerde quasi continu stoom en elektriciteit, die op het net werd geïnjecteerd. De stoom werd gerecupereerd: volgens het principe van warmtekrachtkoppeling wordt via ondergrondse warmwaterleidingen warmte geleverd aan enkele ziekenhuizen, woonwijken en andere gebouwencomplexen in de Gentse binnenstad.
De twee nieuwe gasturbines worden tijdens piekmomenten opgestart
De bouw van de Gentse stedelijke elektrische centrale aan de Ham werd aangevat in 1924. Twee jaar later leverden twee turbo-alternatoren van 10MW en één van 15MW, alle drie met kolen als brandstof, de eerste elektriciteit. Het aanvankelijke vermogen van 35MW wordt stapsgewijze opgevoerd tot 122 MW in de jaren '50. Vanaf 1958 wordt van hieruit ook stadsverwarming voorzien.
De grote turbinezaal met art deco-invloed bleef bewaard inclusief alle turbines en toebehoren, een geklonken rolbrug, de regel- en seinapparatuur, uurwerk, en de bedieningspanelen "Siemens-Halske" voor de vroegere (nu gesloopte) ketels.
In deze bescherming werden de 4 nog bestaande turbo-alternatoren inbegrepen, telken met stoomturbine ‘Van den Kerchove’ (Gent) en alternator ACEC (Charleroi)
Thans is De Centrale, met het voorgebouw in art deco-stijl en de beschermde turbinezaal een centrum voor wereldculturen, met tal van interculturele manifestaties, optredens en tentoonstellingen en vormingsactiviteiten.
Aan de oude centrale werd indertijd ook een stadsverwarmingsnet toegevoegd, waarbij de afgewerkte stoom gebruikt werd om sociale woningen en gebouwen in de buurt te verwarmen. In de jaren '50 ontwierp architect Geo Bontinck nieuwe kantoren in de Ham, een monumentaal complex met met bak- en hardstenen gevel. In het interieur zijn er enorme oppervlakken met gelazuurde wandtegels.Vanaf 1967 werd de centrale uitgebreid met een nieuw complex waarin reusachtige dieselmotoren geplaatst werden. Een eerste dieselmotor van 21 MW werd in dat jaar geïnstalleerd. Dat was toen de grootste dieselmotor ter wereld !
Een tweede en een derde motor zullen respectievelijk in 1972 (40.000 pk !) en 1979 in dienst genomen worden.
Rond deze motoren werd een gebouw opgetrokken met een hoge schoorsteen. Die is met zijn 102 meter meteen de hoogste constructie van Gent en een herkenbaar baken in het stadslandschap. Vanaf 1981, als gevolg van de stijging van de dieselprijs en de toetreding van de stad tot de nieuwe SPE (Samenwerkende Vennootschap voor de Productie van Elektriciteit, thans in handen van het Franse EDF) zou de centrale enkel nog ingezet worden als piekeenheid.
Het is opmerkelijk dat de recente dieselcentrale en de uitbreiding van can 1950 niet in de bescherming opgenomen werden, ondanks hun ,uitzonderlijk belang !
Op die manier is de centrale Ham een prachtig voorbeeld van de ontwikkeling en evolutie van de productie van elektriciteit in België
Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site:
Voor de beschrijving van huizen en straten verwijs ik naar
https://beeldbank.onroerenderfgoed.be/images?text=gent