Neuseplein
Is het een plein? Een kruispunt? Of is het een toegangspoort naar de stad? Geen mens die het nog kan zeggen. Talloze keren is het Neuseplein van gedaante veranderd en binnenkort, wanneer de Verapaz-brug wordt aangelegd, ziet het er weer helemaal anders uit. Op dit eigenaardige vierkante kilometertje Gent kruis(t)en duizenden mensen elkaars pad. En waar mensen zijn, wordt geschiedenis geschreven. Samen met lokale partners Frituur Tolpoort en LDC De Thuishaven, roept het STAM op om het verleden van het Neuseplein in beeld en onder woorden te brengen. Dit gebeurt met een wijkplan dat vraagt om aanvulling en met een take away-tentoonstelling.
Verhalenverzamelaar van dienst is journaliste en historica Tina De Gendt, die voor haar volgend boek 'De Poorten' onderzoek doet naar de recente geschiedenis van de 19de-eeuwse gordel van Gent.
Wat gebeurde er zoal op en rond het Neuseplein?.
Vanaf het midden van de negentiende eeuw ging de Gentse industrie een bloeiperiode in. “Je zag regelmatig botenfiles en opstoppingen aan de sluis dichtbij het Neuseplein”, vertelt Tina. “Schippers moesten soms drie dagen wachten, voor ze konden passeren. Lang genoeg om de beentjes te strekken en boodschappen te doen in de buurt. Hierdoor ontwikkelde in de Voormuide een shoppingwalhalla aan het begin van de twintigste eeuw. Toen de schippers wegvielen in de jaren zeventig, ging de buurt snel achteruit.”
Door de botenfile ontstond een chique winkelstraat, maar ook een gekende uitgangsbuurt verderop. “Vaders trokken naar de schippersbeurs, moeders naar de winkels, en jongeren zochten elkaar op in wat ze toen het ‘Las Vegas van Vlaanderen’ noemden. Het Neuseplein was gekend tot ver buiten Gent. Jongeren die aanmeerden in Oostende, Antwerpen en Doornik kwamen naar daar om uit te gaan. Het aantal cafés was niet te tellen.”
Na de Tweede Wereldoorlog steeg de welvaart en werd het onderwijs democratischer. Hierdoor vonden de adel en de burgerij geen dienstmeiden meer in Gent, tot een Spaans winkeltje in de Voormuide zich ontpopte tot interimkantoor. Naast Spaanse specialiteiten konden klanten er terecht voor dienstmeiden uit Spanje. Door de grote vraag kwamen heel wat Spaanse meisjes, en een paar jongens, in Gent terecht.”
n de Bevelandstraat ligt vandaag een park, waar vroeger een beluik was. Daar woonde Halil Alci, een Turk die naar Terneuzen was gekomen als seizoensarbeider. Na een paar maanden sprak Halil een goed mondje Nederlands, en trok hij naar Gent. “Halil was de enige van de gemeenschap rond het beluik die Nederlands kon. Daarom hebben ze hem snel gebombardeerd tot burgemeester van de Turken. Die rol heeft hij met glans vervuld: hij fungeerde als tolk, bemiddelaar, interimkantoor, ondernemer, restaurantuitbater, en organisator van Turkse cinema.”
Wie dacht het Neuseplein de bijnaam was voor de Groentenmarkt waar neuzekes verkocht worden, dacht verkeerd. Het Neuseplein is weinig bekend omdat… het nog nauwelijks bestaat. Het kwam tot leven wanneer de tolpoort viel en ging dood wanneer de ring werd aangelegd. Maar of het plein en haar omgeving geleefd heeft!
Door haar ligging vlakbij de Nieuwe Vaart, de Sassevaart en de Voormuide kende het Neuseplein een maritieme sfeer. Het was de plek waar schippers en matrozen op café gingen. Dit gaf haar naast een volkse tint, ook iets kosmopolitisch. Ook lagen de Dokken om de hoek, met op de ene oever de gigantische fabriek van Carels, waar nu het woon- winkel- en ontspanningscomplex Dok Noord ligt.
De wijk bij het Neuseplein bevond zich “tot voor kort” in volle havengebied.
“Stimulans voor de ontwikkeling van het gebied tot industriecentrum was het graven van het zeekanaal Gent-Terneuzen (…). Samen hiermee werd de haveninfrastructuur in dit gebied uitgebouwd: 1828 graven van het Handelsdok, in 1881 aangevuld met het Houtdok.”
“Circa 1880-81 werd de haven uitgebreid met de Voorhaven en tussen 1900 en 1930 met het Groot Dok.” Bron: Inventaris Onroerend Erfgoed
Tussen Gent en het Sas van Gent volgde men zoveel mogelijk het tracé van de Sassevaart, van Sas naar Terneuzen tekende men een nieuw tracé uit. Duizenden arbeiders gingen op verschillende plaatsen tegelijk aan de slag, zodat men de Neuse Vaart al kon invaren op 18 november 1827, de verjaardag van de Nederlandse koningin.” Bron: Waar is de tijd. Gent, 1350 jaar Gentenaars en hun haven. Stadsarchief Gent. En daar heb je meteen de oorsprong van de benaming Neuseplein. De naam heeft niets gemeen met de Gentse neuzekes, alles met Terneuzen. De wijk ligt als een speerpunt dichtbij de waterwegen die nuttig zijn voor de haven.
Het uitgaansleven heeft dus gebruist aan het Neuseplein. In één van de video’s uit haar recente videoreeks met lezingen over het Neuseplein spreekt historica Tina De Gendt over “Het Las Vegas van Vlaanderen“. “De reputatie van het Neuseplein was gekend ver buiten Gent.
“De nieuwe zeeschepen waren te groot om naar de binnenstad door te varen. Daarom liet Gent net buiten de stadsmuren, in de meersen tussen de Muidepoort en de Dampoort, een reusachtig dok uitgraven. Het Handelsdok of Bassijn was 1.700m lang en 60m breed.”
Bron: Waar is de tijd; Gent, 1350 jaar Gentenaars en hun haven. Stadsarchief
In 1885 werd het kanaal naar Terneuzen verdiept en het Handelsdok verbreed. Het Houtdok werd eraan toegevoegd.
Even verderop, aan de Voormuide, was een winkelstraat ontstaan. Tina De Gendt: “Schippers moesten soms drie dagen wachten, voor ze [de sluis] konden passeren. Voldoende tijd om de beentjes te strekken en boodschappen te doen in de buurt. Hierdoor ontwikkelde in de Voormuide een shopping walhalla aan het begin van de twintigste eeuw.”
De gouden tijd voor de binnenvaart begon ontegensprekelijk na WO II, ongeveer gelijk met de inrichting van een schippersbeurs aan het Seleskest – Het Heilig Kerst, tussen Sleepstraat en Sint-Salvatorstraat – waar vrachten konden worden geregeld. Toen kwamen nog méér schippers aan wal.
Tina De Gendt dicht het ontstaan van V-tax in die buurt toe aan de nood van de schippers om aan wal over vervoer te beschikken. Ze hadden toen nog geen auto op hun dek staan. Ook wijst de historica op de aanwezigheid van vele winkels waar men trouwkledij kon kopen, en verklaart dit als het gevolg van het uitgaansleven. Er zouden daar veel koppeltjes gevormd zijn die achteraf in het huwelijksbootje traden.
“Toen de schippers wegvielen in de jaren zeventig, ging de buurt snel achteruit.” Maar vooral de aanleg van de ringweg doorheen het plein betekende het einde van haar typische karakter. Ook de draaiende Muidebrug heeft de wijk rond het Neuseplein ontzield.
Wat heel bevreemdend is, want onwerkelijk voor een buitenstaander, is wat Tina De Gendt aan het eind van haar video mededeelt: “Het allerwijste is, dat ondanks dat die cafés allang verloren zijn gegaan, die gemeenschap en die cultuur toch nog blijft bestaan.
Bij het verzamelen van foto’s en documentatiemateriaal heb ik onder andere gebruik gemaakt van beeldmateriaal uit de collectie van archief Gent. Via onderstaande link kom je op hun uitgebreide site:
Voor de beschrijving van huizen en straten verwijs ik naar
https://beeldbank.onroerenderfgoed.be/images?text=gent