Tierentein mosterd. Huis a la demi lune
De naam Tierenteyn is altijd verbonden geweest met Gent. Wanneer in 1840 voor het eerst mosterdfabrikanten in de adresboeken van Gent opgenomen worden duikt Petrus Tierenteyn hier reeds op. Vanaf de tweede wereldoorlog is de Tierenteyn familie de grootste in Gent wat mosterd betreft. Van alle takken van de familie die Gent ooit bezetten, is Vve Tierentetn-Verlent de enige die nog in Gent produceert.
De kruidenierszaak die ook van oudsher in verband staat met de mosterdverkoop, is sinds 1867 op de Groentenmarkt 3 gevestigd, waar nu tevens ook geproduceerd wordt. De gevel, de winkel en de mosterd maken deel uit van de geschiedenis en de eigenheid Gent. Daarom is de winkel zowel voor Gentenaars als bezoekers uit binnen- en buitenland een vast adres. Bovendien is de zaak ondertussen een van de laatste vaste waarden in Gent.
Tierenteyn is de merknaam van twee Gentse mosterdproducenten (Vve Tierenteyn-Verlent en FerdinandTierenteyn), die beiden afstammen van eenzelfde familie. Petrus Tierenteyn (1788-1857) stichtte het oorspronkelijke bedrijf in het begin van de 19e eeuw. Na zijn dood zetten verschillende van zijn zoons het mosterd maken verder.
De eerste mosterdproducent in de familie Tierenteyn was Petrus, die volgens de legende een conversatie tussen Napoleon en een van zijn soldaten over het mosterd maken zou overhoord hebben. Waarschijnlijker is dat de aanwezigheid van de Fransen, die bekend stonden als mosterdliefhebbers, invloed had op de beslissing van Petrus om zelf mosterd te produceren. Petrus begon met de productie van mosterd in het begin van de 19e eeuw. De exacte datum is niet gekend, maar bij de eerste aanleg van een archief van mosterdmakers te Gent in 1840 staat Petrus Tierenteyn reeds vermeld.
Het bedrijf staat in die tijd ingeschreven op ‘Groenselmarkt 8’. Het mosterdzaad werd in die tijd met de hand gemalen in een mortier of speciale molen. Het proces was zo arbeidsintensief dat de prijs van de mosterd enkel te betalen was door gegoede burgers. De Gentse mosterd werd gemaakt van donker mosterdzaad (Synapisnegra), in tegenstelling tot het gele mosterdzaad dat voor de Franse Dijon mosterd gebruikt wordt. Naast de productie en verkoop van mosterd, had Petrus zich ook gericht op de verkoop van andere kruiderijen. Hij bouwde zijn imperium uit tot hij verschillende winkels in de nabijheid van de Groentenmarkt bezat. De mosterdverkoop ging zo goed dat Petrus in 1842 besloot een stoommachine aan te schaffen om de productie van de mosterd te vergemakkelijken. Dat Petrus zich een dergelijke investering kon veroorloven doet vermoeden dat hij reeds enige tijd mosterd verkocht en hier ook goed aan verdiende. Het bedrijf ging door deze investering na verloop van tijd bekend staan als ‘l’usine à vapeur’. De prijs van de mosterd kon nu dalen, waardoor het product voor een groter publiek toegankelijk werd.
Petrus Tierenteyn had 7 kinderen. Drie van hen zouden zich toeleggen op de mosterdproductie. Augustus Franciscus Tierenteyn (1833-1866) nam de productie van de mosterd en de kruidenierszaak in Gent over. FerdinandTierenteyn (1828-1868) duikt vanaf 1861 in de archieven op als mosterdmaker, gevestigd op de Brugschen Steenweg. Twee van zijn zonen, Edmond (1855-1938) en Richard (°1858), verkochten elk hun mosterd in aanpalende woningen op de kleine Vismarkt. Nu vindt men op deze adressen koffie- en theespeciaalzaak Simon Levelt en frituur ’t Puntzakske. Edmond zal de lijn van FerdinandTierenteyn verder zetten, Richard verhuist in 1896 naar Brussel en verandert de naam van zijn mosterd naar Aroma. De oudste zoon van Petrus, Felix Tierenteyn (°1816) week uit naar Antwerpen, maar na een generatie dooft deze lijn van de familie Tierenteyn uit.
Augustus Tierenteyn trouwt in 1855 met Adelaïde Verlent en vestigt zich in een van de kruidenierszaken van zijn vader op het adres Korte Munt 5. Dit huis was vroeger van kruidenier en mosterdmaker Ramon-Van Geem en wordt gekenmerkt door een sculptuur van een halve maan in de gevel. Augustus en Adelaïde kopen in 1862 ook het pand op Groentenmarkt 3, een paar huizen verder. Augustus sterft echter enkele jaren later op drieëndertig jarige leeftijd en zijn vrouw zet de zaak verder. Vandaar de toevoeging ‘Vve’, de Franse afkorting voor weduwe, en de naam ‘Verlent’.
Adelaïde verhuist de winkel in 1867 definitief naar de Groentenmarkt 3. Wanneer Adelaïde hertrouwt verandert de naam van de zaak tijdelijk naar Vve Tiernteyn-Laquet. Augustus liet 4 kinderen na; Leo Augustus, Zulma, Felix en LudovicusTierenteyn. Zulma en Felix nemen de zaak van hun moeder over.
Zulma werkt in de winkel, terwijl Felix mosterd maakt in de Gruuthuusestraat. Zulma deponeert in 1923 het merk van de mosterd. Ze haalde het ontwerp van het label, met de kenmerkende lachende halve maan, uit de gevel van de vorige zaak. In 1942 trouwt Felix Tierenteyn op tweeëntachtig jarige leeftijd voor het eerst met ZhoëGhesquire, de weduwe van zijn jongere neef, FerdinandTierenteyn.
Het lijkt even op een verzoening tussen de twee takken van de familie, maar de problemen raken niet opgelost en beiden firma’s worden aan vreemde handen overgelaten.
In 1947 stopt Felix Tierenteyn met werken en wordt het bedrijf voor het eerst overgelaten aan een niet-Tierenteyn. De boekhouder van de familie, Antoon De Meyer, neemt de zaak over.
Een moeilijk decennium later wordt Tierenteyn-Verlent weer doorverkocht aan Jean Caesens. Een deel van de kennis die van generatie op generatie is doorgegeven is echter met het overlijden van Felix Tierenteyn in 1949 verloren gegaan.
In samenwerking met de Gentse hogescholen wordt daarom een onderzoek gestart om de verloren kennis terug te achterhalen.
De mosterd, net als de winkel, worden in ere hersteld. Jean Caesens laat de winkel over aan zijn oudste dochter, die de huidige eigenares van de BVBA Vve Tierenteyn-Verlent is