Kattenberg

Vanouds bekende plaatsnaam in het gebied van de Eekhout waar in 1687 reeds een kazerne gebouwd werd, gesloopt in 1830 daar ze het zicht belemmerde van de Hollandse Citadel, gelegen op de plaats van het huidige, nabije, Citadelpark. Nadat de wijk in de loop van de 19de eeuw uitgegroeid was tot een befaamde arbeiderswijk besloot het stadsbestuur in 1884, na het saneren van de nabijgelegen Bataviawijk (1881), de Kattenberg te saneren. Nieuwe straten en pleintjes werden aangelegd en opnieuw werd de bouw van een kazerne voorzien.
Het uitzicht van de straat werd voornamelijk bepaald begin 20ste eeuw met de doorkruising van de Kunstlaan en de opbouw in 1906 van de monumentale Leopoldskazerne tussen de Gaspar de Crayerstraat en de Kunstlaan, naar ontwerp van architect Modeste de Noyette.
Het begin van de straat tussen de Kazernenstraat en de Gaspar de Crayerstraat is haast volledig ingenomen door de vroegere en recente gebouwen van de watervoorziening met watertorens (nummer 2) en het "Onderstation Kattenberg" van het elektriciteitsbedrijf (nummer 7).
De hoekpanden en aansluitende huizen met de Kunstlaan werden als gehelen geconcipieerd in art-nouveaustijl. De overige bebouwing omvat voornamelijk doorsnee laatnegentiende-eeuwse arbeiderswoningen met drie bouwlagen, twee traveeën en gecementeerde, bepleisterde of bakstenen parementen.

 

Watertoren kattenberg

Complex van de watervoorzieningsdienst van de stad omvattende twee watertorens van 1880-1882, gedomineerd door de moderne glas- en metaalconstructie van de nieuwe toren, opvallend onder meer door het gebruik van grijs zonnewerend glas.

De vroegere dienstgebouwen tussen de Kattenberg, Jordaensstraat en David Teniersstraat naar ontwerp van W. Valcke, bouwmeester. De nieuwe watertoren en gebouwen aan de overzijde van de straat zijn het ontwerp van architecten G. en D. Bontinck (1975-1977).

De twee oude watertorens, in een imposante en functionele architectuur, naar ontwerp van Ir. Masqueler, hoofdingenieur Gentse Watermaatschappij, behoren tot de oudste typen in ons land: twee ijzeren kuipen rustend op een hardstenen afdekking van de zware bakstenen buitenmuren, onder bekronend dak met topverluchting (om onderdruk te vermijden bij het ledigen van het waterreservoir) en tegen weersomstandigheden beschut door houtwerk. Een boogfries op hardstenen consooltjes scheidt de twee delen.

Inwendig vrij intact behouden met vermeldenswaardige smeedijzeren galerijen.