Bron der Geknielden
De beeldengroep ‘De Fontein der Geknielden’, in de volksmond bekend als ‘de Pisserkes’, staat op het Emile Braunplein. Het gerestaureerde meesterwerk van George Minne kreeg een plek in de zogeheten Green. De beeldengroep De Fontein der Geknielden werd in 1937 op het Braunplein geplaatst. In 2009 werden de beeldengroep alsook Klokke Roeland weggehaald voor de Kobra-werken. Bronsgieterij De Groeve uit Merelbeke restaureerde de beelden, reinigde ze - ze waren vooral door roet aangetast - met de hand en gaf ze een waslaag.
Buiten Gent bevinden er zich andere versies van De Fontein der Geknielden in Wenen, in de tuin van het parlementsgebouw in Brussel en op het graf van Robert Long in Den Haag. Het originele gipsmodel bevindt zich in het Museum voor schone kunsten in Gent.
Minne maakte tweebeeldengroepen in brons, een voor Gent en een voor de tuin van het parlementsgebouw in Brussel. Zij sluiten aan bij de toen heersende art déco-stijl, hebben een zekere lichtheid en zijn zeer expressief. De groep stelt vijf ranke, bijna etherische, knielende jongens rond een bron voor. De treurende, melancholische en narcistische jongensfiguur is veel in Minnes werk terug te vinden.
De 32-jarige wat miskende en verarmde George Minne creëerde in zijn rommelig atelier in Vorst (Brussel) zijn 5 geknielde jongelingen voor zijn fontein der geknielden. Als model fungeerde een tengere tiener die volgens Minne een typisch Johannes-de-Doper gelaat had. Dit laatste licht een klein tipje van de sluier op wat betreft de bedoeling van het kunstwerk. De oorspronkelijke versie in gips valt nog te bewonderen in het MSK te Gent. Die jongelingen werden een succes want men kon ze vanaf 1900 bewonderen in diverse internationale tentoonstellingen: Wenen, Boedapest, Venetië, Hagen.. Minnes naam was gemaakt .Men noemt de beeldhouwer en tekenaar Minne (Gent 1866 – St.Martens-Latem 1941) een symbolist en rekent hem bij de eerste school van Latem. In het symbolisme verwijzen de vormen naar begrippen en ideeën.
Bij het begin van de Gentse Feesten op 19 juli 1937 verschijnen de naakte bronzen jongelingen op een stenen bekken aan het Emile Braunplein, pal in het centrum van de stad. En dit tot groot jolijt van de lustig vierende Gentenaars die de beeldengroep de spotnaam “pietjesbak” geven, verwijzend naar het bekende caféspel met een bak en teerlingen. Kunstcritici van voornamelijk katholieke dagbladen kunnen er echter niet om lachen en ergeren zich aan de verregaande onbeschaamdheid om beelden van naakte jongelingen in het centrum van de stad te tonen .Het ultrakatholiek blad “ zedenadel” drukte zelfs “: het monument geeft de indruk dat Gent op zedelijk gebied de diepst gevallen stad is van heel het land.” De eerste ernstige reactie en tevens hypothese kwam van de bekende dichter Karel van de Woestijne die de fontein bestempelde als een wonderlijke Narcissos fontein.